De cornet en de waldhoorn klinken goed met zowel het scherp als het zacht koper. Daarom worden ze ook wel de tussengroep genoemd.

Een cornet ziet er bijna hetzelfde uit als een trompet. Ook de klank verschilt niet zo heel veel. De cornet [102 KB] klinkt wat vriendelijker en is wat beperkter met het volume dan de trompet. De cornet speelt dan weer wat soepeler dan de trompet.
De cornet vind je vooral in brassbands, maar ook wel in de jazz [ KB] en in enkele symfonische werken. Vooral componist Hector Berlioz was een groot liefhebber van de cornetklank. De normale bes-cornet heeft nog een klein broertje, de es-cornet.

De waldhoorn is een buitenbeentje tussen al het koper, omdat:
- de hoorn draaiventielen heeft in plaats van drukventielen
- de ventielen met de linkerhand worden bediend in plaats van met de rechterhand
- de klankbeker naar achteren gericht is in plaats van naar voren of naar boven.
- de stemming in F of Bes is, maar hoornisten bijna altijd F- of Es-partijen lezen

De klank van de hoorn [161 KB] kan enorm verschillend zijn. Zeer krachtig en doordringend. Diep en donker. Rijk en warm. Het kan allemaal. Hoorns worden veel gebruikt als drie- of vierstemmige groep. Daarom kom je ze tegen in allerlei soorten orkesten. De hoorn wordt ook veel gebruikt in filmmuziek. In brassbands worden deze hoorns juist niet gebruikt.